Voorzichtige fout: meetfouten in krachtdiagnose

invoering

De kracht met zijn verschillende vormen van expressie speelt bij veel sporten een grote rol.
Daarnaast kunnen krachtvaardigheden in hoge mate worden getraind. Gerichte krachtdiagnostiek is daarom van groot belang in de trainingspraktijk. Terwijl in de afgelopen decennia sportmotorische krachttesten voornamelijk werden gebruikt om individuele krachtvaardigheden te beoordelen, vinden tegenwoordig steeds meer biomechanische en sportmedische krachttesten hun weg naar de sportbeoefening.

Notitie:

Uit opleiding-wetenschappelijk onderzoek het kwam naar voren:

  • De meting van de Maximale kracht heeft bewezen betrouwbaar te zijn
  • De startkracht en de Snelheidssterkte-index hebben een slechte betrouwbaarheid

Classificatie van krachtdiagnostiek

De Sterkte diagnostiek kan worden onderverdeeld in drie gebieden:

  1. Methodische sportkrachtdiagnostiek
  2. Sport biomechanische krachtdiagnostiek
  3. Sportfysiologische / sportgeneeskunde krachtdiagnostiek

1. De krachttests op basis van sportmethoden omvatten b.v. Bankdrukken, hurken, springen en reiken, verspringen staand, etc. 2. De biomechanische krachttests voor sporten omvatten: testen op de biomechanische elektrische rolstoel, drop-jump, acceleratiediagnostiek3. Klassieke sportmedische krachttests zijn: echografie, spierbiopsie, computertomografie en elektromyografie.

Biomechanische krachtdiagnostiek

De uitgebreide mogelijkheden van krachtdiagnostiek zijn zeker een verrijking voor de sportbeoefening en dus effectief voor langdurig succesvol trainen, vooral in competitieve en topsport.
De vastgestelde krachtwaarden mogen echter niet eenduidig ​​100% zijn betrouwbaar worden overwogen.
Bij een meting zijn altijd meetfouten te verwachten. Dit kunnen apparaatgerelateerde fouten op het apparaat zijn of een onjuiste bediening van het apparaat. Bovendien treden er vaak meetfouten op als testen niet onder gestandaardiseerde omstandigheden worden uitgevoerd of als atleten niet reproduceerbaar dezelfde prestatie kunnen behalen.

Conclusies uit het testresultaat over het vermogen erachter

Wees voorzichtig bij het interpreteren van de gegevens:
Een veel voorkomend probleem bij krachtdiagnostiek is echter niet de nauwkeurigheid van de meetwaarde zelf, maar de vraag of er achter de meetwaarde ook de mate van bekwaamheid zit die getoetst moet worden.

Voorbeeld:

Maximale kracht van de Borstspieren/ Triceps-spieren door Bankdrukken. Mogelijk. een toename is niet bereikt door effectieve training, maar door verbeteringen in de bankperstechniek. Dergelijke verkeerde interpretaties komen vaker voor, vooral bij het lagere prestatieniveau.

Een ander prominent voorbeeld voor het beoordelen van meetresultaten is de sprong van 8,90 m van Bob Beamon uit 1968. Deze prestatie werd ongetwijfeld behaald, maar kon nooit worden bevestigd. Is deze breedte de werkelijke waarde?

Meetfouten en betrouwbaarheid

1. Axioma van de klassieke testtheorie

Het eerste axioma van de testtheorie zegt dat een gemeten waarde altijd bestaat uit de werkelijke waarde en een meetfout.

X = W + eX

Alleen bij een perfecte betrouwbaarheid zou de meetfout = 0 en de gemeten waarde de werkelijke waarde zijn. In de praktijk gebeurt dit echter bijna nooit!
Omdat de meetfout onbekend is, is de werkelijke waarde van de meting ook niet bekend.

Standaard meetfout

Als de betrouwbaarheid van een meetmethode bekend is, kan de zogenaamde standaard meetfout worden bepaald:
De standaard meetfout:

ex = ± s x? 1-rrel

68% van de fouten zit in dit interval. Grotere fouten zijn alleen te verwachten bij 32%.
Om meer significante gegevens te verkrijgen, de Betrouwbaarheid toename.

Het middelste regressieverschijnsel

Bij testprocedures kan het gebeuren dat sommige waarden bijzonder goed of bijzonder slecht zijn.
Met deze waarden kan een hoge werkelijke waarde worden geassocieerd met een fout-hoge meetfout of een echt lage waarde met een fout-lage meetfout.

Dat dit fenomeen weer optreedt bij herhaling van de meting is erg klein.

De regressie naar het midden betekent dat fout - hoog en fout - laag Kantel de meting naar het midden wanneer u de meting herhaalt

Deze veranderingswaarden zijn nutteloos voor het beoordelen van de trainingsgerelateerde verandering.