Lymfatische kankerprognose

invoering

Lymfeklierkanker is een kwaadaardige degeneratie van de cellen van het lymfesysteem, inclusief de lymfevloeistof en de lymfeklieren.

Lymfatische kanker is onderverdeeld in twee subgroepen:

1. Hodgkin-lymfoom en
2. Non-Hodgkin-lymfoom

Hodgkin-lymfoom komt voor met een snelheid van 3 nieuwe gevallen per 100.000 mensen. Non-Hodgkin-lymfoom komt vaker voor met een frequentie van 12 per 100.000 inwoners. Tegenwoordig zijn er een aantal behandelingsstrategieën die kunnen bestaan ​​uit chemotherapie en bestraling. Voor elke patiënt is een individuele therapie-aanpassing nodig. Speel dus factoren als:

  • Leeftijd
  • andere comorbiditeiten
  • Stadium van de ziekte en
  • Vorming van metastasen

speelt een belangrijke rol bij de beslissing hoe te behandelen.

Levensverwachting bij lymfatische kanker

Hoe lang de levensverwachting bij lymfeklierkanker is, is niet eenvoudig te zeggen, aangezien een groot aantal factoren een rol speelt bij het bepalen van een verwachte overlevingstijd.
Allereerst moet worden opgemerkt of een patiënt een Hodgkin of een non-Hodgkin lymfeklierkanker is ziek.
Dan zal er zijn Leeftijd van de patiënt en Comorbiditeitdie al bij de patiënt aanwezig waren vóór het ontstaan ​​van kanker wordt meegerekend.
Het is ook belangrijk hoe goed de patiënt reageert op een gestarte behandeling. Als de behandeling voortijdig moet worden stopgezet vanwege bijwerkingen of een slechte algemene toestand, zal ook de levensverwachting verslechteren.
Met een succesvolle behandeling van de zogenaamde eerstelijnsbehandeling verbetert de levensverwachting, maar neemt deze af bij een terugval (Terugval) en een noodzakelijke secundaire behandeling. Het is ook belangrijk op te merken dat de prognose van de kanker in sommige gevallen goed kan zijn, maar de langdurige schade van de noodzakelijke behandeling staat in contrast met een lange overlevingstijd.

Om de prognose te bepalen wordt een zogenaamde enscenering uitgevoerd. Hiermee worden meerdere diagnostische procedures bedoeld die bedoeld zijn om te laten zien hoe ver de kanker is gevorderd is. Op basis van de stadiëring kan de kanker vervolgens worden toegewezen aan een stadium. De stadiëring is dus bepalend voor het type en de duur van de ingezette therapie en wordt voor elke kankerpatiënt als eerste uitgevoerd.

Lees ook: Lymfoom prognose

Bij een Hodgkin-lymfoom onderscheidt men zich beperkte stadiawaar er nog geen is Metastase is gekomen. Alleen maar een lymfeklierstation is aangetast en de patiënt lijdt niet aan de zogenaamde B-symptomen (Nachtelijk zweten, koorts en gewichtsverlies). In de beperkte stadia hebben de patiënten een goede prognose. Meer dan 90% van de patiënten overleeft de komende 5 jaar.

Met de zogenaamde Tussenfase (een stadium dat tussen het beperkte en gevorderde stadium in ernst ligt) het is iets minder dan 90% en op dat moment vergevorderd stadium ongeveer 88% van de patiënten die na 5 jaar nog in leven zijn.

Bij de Non-Hodgkin lymfoom, waarvan er nog steeds talrijke subgroepen zijn, is het gemiddelde overlevingspercentage 10 jaar, inclusief ziekteverlopen met overlevingspercentages tussen 2 en 20 jaar. Doorslaggevend in de lengte van het overlevingspercentage is daarnaast Tijdstip van diagnose en de gekozen type therapie ook de mate van complicaties van de uitgevoerde therapie.

Bij het bepalen van de overlevingskans kwam de zogenaamde flip-index naar voren. Het omvat risicofactoren en kansen op herhaling van de lymfeklierkanker.
Patiënten zouden dus een overlevingskans van 10 jaar van 70% hebben als ze dat zouden doen geen of slechts één risicofactor zou hebben. Bij 2 risicofactoren ze zouden een overlevingskans hebben van bijna 50% en met meer dan 2 Risicofactoren de kans dat de patiënt na 10 jaar nog in leven is, zou 30% zijn. Hoe meer risicofactoren er zijn, hoe groter het risico op herhaling, d.w.z. het risico dat de ziekte terugkeert met behandeling.

Kansen op herstel

Chemotherapie wordt ook gebruikt om kanker van de lymfeklier te behandelen.

De Hodgkin-lymfoom heeft er een in vergelijking met andere kankers goede kans op herstel. De doorslaggevende factor is hier het tijdstip waarop de ziekte werd gediagnosticeerd, hoe ver de ziekte is gevorderd en in welke toestand de patiënt verkeert en hoe therapie moet worden aanvaard.
Met een vroege diagnose, nog steeds niet vergevorderd stadium van de ziekte en de patiënt in goede gezondheid verkeert, is de kans op herstel 95%. Desalniettemin kunnen de toegepaste therapieën aanzienlijke bijwerkingen hebben, die dan ook in de verre toekomst zullen optreden Late schade kunnen leiden.
De ontwikkeling van andere kankers is ook mogelijk door de chemotherapie en / of bestraling.
Bij gevorderde ziekte De kansen op herstel dalen tijdelijk tot onder de 10%. In de overgrote meerderheid van de gevallen wordt de behandeling onmiddellijk na de diagnose gestart. Dit bestaat uit één Combinatie van chemotherapie en bestraling. In zeer enkele gevallen is de ziekte tot dusver gevorderd tegen de tijd dat de diagnose wordt gesteld dat de start van de behandeling volledig moet worden gestaakt. Soms kan het echter gebeuren dat als de verwachte verbetering niet optreedt of als de medicatie en / of bestraling niet verdraagt, de behandeling moet worden gestaakt om het lichaam niet meer dan nodig te verzwakken.

Meer informatie vind je hier: Lymfatische kanker genezen kansen

Kansen op herstel bij kinderen

Elk jaar krijgen ongeveer 500.000 mensen in Duitsland kanker, van wie er ongeveer 1800 jonger zijn dan 14 jaar. Elk jaar krijgen ongeveer 150 kinderen in Duitsland de ziekte van Hodgkin.
Inclusief bij kinderen Bloed- en lymfeklierkanker behoren tot de kankers die het meest effectief worden behandeld kan.Als de diagnose vroeg wordt gesteld, wordt de behandeling zeer snel gestart, wat soms wel een jaar kan duren. Kinderen hebben in de regel nog geen onderliggende ziektes die de behandeling van lymfeklierkanker bemoeilijken en de kansen op herstel drastisch verkleinen. Vermoedelijk zijn daarvoor het nog zeer intacte weefsel en de goed ontwikkelde afweer van de jonge patiënten verantwoordelijk Therapieën werden zeer goed verdragen wees dat Bijwerkingen komen minder vaak voor dan bij volwassenen en dat de ziekte daardoor succesvoller kan worden behandeld.
Tussen 80 en 95% van alle kinderen met lymfeklierkanker wordt genezen, hoewel de bijwerkingen op de lange termijn van de behandeling, die 20-30 jaar later kunnen optreden, niet worden meegeteld. Kanker komt zeer vaak terug na een lange periode na de primaire behandeling.

Kansen op herstel na terugval

Als de ziekte terugkeert na een aanvankelijk succesvolle behandeling van een lymfeklierkanker, spreekt men van een Terugval. Als er na de primaire behandeling een terugval optreedt, neemt de kans op herstel helaas af. Enerzijds komt dit door het feit dat Terugkerende ziekten zijn meestal veel agressiever worden beschouwd als de primaire ziekte, aan de andere kant, dat de beschikbare behandelingsopties niet langer zo effectief zijn en niet langer gemakkelijk door het lichaam worden geaccepteerd. Aan de andere kant kunnen sommige behandelingsopties slechts beperkt of helemaal niet worden gebruikt bij een recidiverende ziekte (bijvoorbeeld bestraling).

Men moet er ook rekening mee houden dat het lichaam erg verzwakt kan zijn door de eerste behandeling en niet langer de afweer heeft om een ​​nieuwe behandeling zonder meer te overleven. In de meeste gevallen wordt de tweedelijnstherapie gestart zodra de diagnose terugval is gesteld, maar in sommige gevallen moet deze behandeling worden gestaakt vanwege overmatige bijwerkingen. Het gewenste therapeutische succes wordt vaak niet bereikt na de start van de tweedelijnsbehandeling, wat bijvoorbeeld duidelijk wordt in het voortschrijden van de ziekte onder therapie. In dat geval wordt de behandeling stopgezet.