Diagnose van longkanker

diagnose

Longkanker Dianosis

Als bronchiaal carcinoom wordt vermoed, geeft een röntgenoverzicht van de longen meestal de eerste informatie - en mogelijk een verdacht resultaat.

Lees meer over het onderwerp: Röntgenfoto van de borst (röntgenfoto van de borst)

Verdere onderzoeken om de diagnose te bevestigen of om longkanker uit te sluiten zijn in het bijzonder computertomografie en bronchoscopie (reflectie van de luchtwegen) met het verwijderen van weefselmonsters (biopsie).

De diagnose van longkanker is vaak gecompliceerd omdat de symptomen in eerste instantie niet specifiek zijn. Hier vind je meer informatie over het onderwerp: Hoe herken je longkanker?

Als een tumor wordt gevonden, is een reeks aanvullende onderzoeken (meestal in het ziekenhuis) nodig om de omvang van de ziekte vast te stellen en eventuele bijkomende ziekten vast te leggen.

De diagnose dient dan:

  • de exacte locatie van de tumor (meestal door computertomografie en röntgenfoto van de borstkas)
  • de histologische classificatie (zie ook onder epidemiologie, meestal door bronchoscopie)
  • de uitsluiting van metastasen op afstand (meestal worden hier een echografisch onderzoek van de buik, een computertomografie van het hoofd en een skeletscintigrafie gebruikt
  • de beoordeling van de operabiliteit (hiervoor worden primair parameters verzameld die het mogelijk maken conclusies te trekken over de functie van de longen)

Bronchoscopie

De bronchoscopie wordt gebruikt om de luchtwegen te onderzoeken, d.w.z. de luchtpijp en de grote takken (bronchiën). De term bronchoscopie bestaat uit de twee Griekse delen van het woord "bronchus" (luchtpijp) en "skopein" (om te kijken).

Met een speciale endoscoop (bronchoscoop), een apparaat dat bestaat uit een flexibele slang en een camera aan de punt, kan de arts de luchtwegen van binnenuit bekijken en dus b.v. Detecteer endobronchiale (ingebroken in de bronchiën) tumorgroei. De bronchoscoop is ook uitgerust met een werkkanaal voor chirurgische instrumenten waardoor weefselmonsters (biopsieën) kunnen worden genomen. Hierdoor kunnen cellen rechtstreeks uit het tumorweefsel worden gehaald, waarmee kan worden bepaald welk type tumor aanwezig is.

Om tumoren te detecteren die niet toegankelijk zijn voor de endoscoop, kan de arts ook een bronchiale spoeling uitvoeren. De bronchiën worden doorgespoeld met een zoutoplossing. Na het spoelen wordt de oplossing vervolgens in een laboratorium onderzocht op tumorcellen, schimmels of inflammatoire longziekten.

Endosonografie

Bij endosonografie wordt een speciaal gevormde echokop over de slokdarm ingebracht. Dit maakt het mogelijk om te focussen op de gebieden rond de luchtwegen Lymfeklieren bekijk, beoordeel hun grootte en voer indien nodig een punctie uit en verwijder zo cellen rechtstreeks uit verdachte lymfeklieren om een ​​infectie te bevestigen of uit te sluiten.

Controleer de longfunctie

Het onderzoek van de longfunctie (zie astma) moet uitwijzen in hoeverre de longen nog efficiënt zijn. Als een deel van de longen of zelfs een hele long moet worden verwijderd, gaat de longfunctie achteruit. Dus als er vooraf een ernstige beperking is, kan de operatie niet worden uitgevoerd.

Positronemissietomografie PET

PET is een relatief nieuwe beeldvormingstechniek die kan worden gebruikt om cellen met verhoogde metabolische activiteit te visualiseren. Het proces wordt gekenmerkt door een hoge gevoeligheid, b.v. Momenteel is een tumor vanaf een grootte van 1-2 cm detecteerbaar.

Lees meer over het onderwerp: Positron-emissietomografie

histologie

Histologie (weefselonderzoek) beschrijft de celsamenstelling van de tumor, waarvan de prognose en behandelingsopties afhangen. Bij bronchiaal carcinoom wordt onderscheid gemaakt tussen kleincellige en niet-kleincellige tumoren.

De classificatie van longkanker is mogelijk met behulp van histologie. De meest voorkomende vormen van longkanker zijn adenocarcinoom en plaveiselcelcarcinoom. We raden onze hoofdpagina op dit punt aan: Plaveiselcelcarcinoom van de longen