Diagnose van ontsteking van de galblaas

Welke methoden kunnen worden gebruikt om galblaasontsteking te diagnosticeren?

  1. klinisch onderzoek
  2. Bloedanalyse
  3. Echografisch onderzoek
  4. ERCP
  5. CT
  6. Scintigrafie

1. Klinisch onderzoek

Tijdens het eerste lichamelijk onderzoek verschijnt het zogenaamde Murphy's-teken klinisch in het geval van acute ontsteking van de galblaas. Bij het onderzoeken van de buik voelt de arts de galblaas onder de rechter ribbenboog, wat leidt tot een pijnlijke prikkel voor de acuut zieke patiënt.

2. bloedanalyse

In een bloedtest kan naast verhoogde algemene ontstekingswaarden zoals de CRP-waarde (C-reactief proteïne) en ESR (bezinkingssnelheid) ook een toename van bepaalde enzymen zoals gamma-GT (gamma-glutamyltransferase) en AP (alkalische fosfatase) worden gevonden in het geval van een galblaasontsteking.

Door de ontsteking van de galblaas vertoont de bloedsamenstelling ook een toename van witte bloedcellen (Leukocytose) met shift naar links, d.w.z. een toename van jonge leukocyten.

3. Echografie

Bij diagnose door echografisch onderzoek (Echografie) van de buik, een galblaasontsteking als gevolg van de vergroting en verwijding van de galwegen is merkbaar.
Een galblokkade veroorzaakt door een transfer en galstenen kan ook met echografie zichtbaar worden gemaakt.
Een chronisch ontstoken galblaas kan door littekens verschijnen als een verdikkende of krimpende galblaas.

4. ERCP

Bij diagnose met ERCP, een afkorting voor endoscopische retrograde cholangiopancreatografie, kunnen de galblaas, de galwegen en het pancreaskanaal tegen de stroomrichting van de secretie in bewegen (retrograde) weergegeven op een scherm met behulp van een contrastmiddel onder röntgenstralen en stenen verwijderd indien nodig.
De endoscoop die voor de diagnose wordt gebruikt, wordt via de mond via de slokdarm en de maag naar de monding van het galkanaal in de twaalfvingerige darm ingebracht. Stenen en vernauwingen (Stenose) kunnen op deze manier zichtbaar worden gemaakt.

5. CT

Computertomografie (CT) moet worden toegevoegd om andere ziekten uit te sluiten.

6. Scintigrafie

In vrij zeldzame gevallen kunnen radioactief gemarkeerde stoffen ook in een scintigrafische weergave worden gebruikt.