Arteriolen

definitie

Een arteriole is het kleinste arteriële vat in het menselijk lichaam, dat in het verdere verloop direct overgaat in een capillair. Arteriolen zijn verbonden na de grotere slagaders en vertegenwoordigen samen met de venulen de kleinste bloedvaten die nog steeds zichtbaar zijn voor mensen met het blote oog.

De belangrijkste functie van de arteriolen is om de bloedstroom door het capillaire bed te reguleren en op deze manier de bloeddruk in de gehele bloedsomloop te regelen. Om deze functie te kunnen vervullen, zijn arteriolen uitgerust met een spierwand, die ze naar behoefte kunnen samentrekken of ontspannen.

Zijn tegenhanger in de veneuze vaten wordt de venole genoemd, die direct na de haarvaten is aangesloten en naarmate deze vordert een grotere ader wordt.

anatomie

Net als slagaders worden arteriolen gekenmerkt door hun drielaagse wandstructuur. Dit bestaat uit de innerlijke intima, de media in het midden met gladde spiercellen en de adventitia naar buiten toe. Deze kleine bloedvaten hebben echter meestal maar een een- of tweelaagse laag spiercellen, die volledig afwezig zijn in de haarvaten.

Met behulp van deze spiercellen kunnen arteriolen hun diameter veranderen en zo de bloedstroom regelen. Samen met de kleine slagaders worden ze beschouwd als de weerstandsvaten van het menselijk lichaam, omdat de samentrekking van de spiercellen de bloedtoevoer naar het volgende weefsel kan onderbreken en zo de bloeddruk in de bloedsomloop kan verhogen. In hun geheel vormen ze ongeveer 50% van de totale weerstand. Dit mechanisme kan levensreddend zijn voor een goede bloedtoevoer naar vitale organen zoals de hersenen en het hart, zeker in situaties met veel bloedverlies.

Verschillen met de venulen

In tegenstelling tot de arteriolen hebben venulen slechts een zeer slecht ontwikkelde medialaag met bijna geen spiercellen. Pas in het verdere verloop en na het samenvoegen van meerdere venulen tot zogenaamde verzamelvenulen verschijnen individuele spiercellen weer in de wandstructuur. Venulen vertegenwoordigen dus precies het tegenovergestelde van weerstandsvaten (arteriolen) en hebben ook een zeer doorlatende wand waardoor vloeistof kan worden uitgewisseld met het omringende weefsel. Bepaalde cellen kunnen ook de veneuze wand passeren, bijvoorbeeld in het kader van infecties, wat fysiologisch gezien niet het geval zou moeten zijn bij arteriolen.

Shunt

Met shunt wordt een verbinding bedoeld tussen twee veelal gescheiden holle organen / lichamen waardoor de doorgang van vloeistof mogelijk wordt gemaakt. Dit kan gebeuren in de context van bepaalde ziekten of het kan kunstmatig worden gecreëerd voor een medische indicatie. Voorbeelden hiervan zijn aangeboren hartafwijkingen en de zogenaamde dialyse-shunt, die een verbinding tot stand brengt tussen het arteriële en veneuze systeem. Om dit te doen, wordt een slagader verbonden met een ader, waarbij de arteriolen, het capillaire bed en de daaropvolgende venulen worden omzeild, om kunstmatig toegang te creëren tot een groot vat dat bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor hemodialyse.